Na zijn gelauwerde debuutvoorstelling ‘Mijn broer en ik’ (2017) trekt de Vlaamse cabaretier Pieter Verelst opnieuw de theaters in met zijn tweede avondvullende show ‘Amai’. En het mag duidelijk zijn: met deze voorstelling zet Verelst zich helemaal op de kaart als dé spannendste performer in de Nederlandstalige comedyscene.
De 29-jarige Pieter Verelst heeft, sinds het afronden van zijn theateropleiding in 2014, meegespeeld in verschillende theatervoorstellingen (o.a. ‘Tijl Uilenspiegel’ en ‘De drie mannen van Ypsylanti’), films (waaronder ‘De Club van Sinterklaas’) en televisiereeksen (o.a. ‘De Bunker’). Het parcours dat de Vlaming al heeft afgelegd in de cabaretwereld is echter nog indrukwekkender. In 2014 wist hij met ‘Mijn broer en ik’ zowel het Groninger Studenten Cabaret Festival als het prestigieuze Camerettenfestival in Rotterdam (2016) te winnen. Hiermee voegt Verelst zich toe aan het rijtje illustere namen met daarin o.a. Theo Maassen, Jochem Myjer, Neveneffecten, Brigitte Kaandorp, Kommil Foo en Marc-Marie Huijbregts. Straffe boel dus en het legt meteen ook de verwachtingen hoog.
Onze allereerste kennismaking met Pieter Verelst was echter in de musicalproductie ‘Thrill Me’ van muziektheater Promitheus (later speelde hij ook in ‘Murder Ballad’ van dezelfde producent). Verelst werd dé revelatie van het stuk door zijn intense vertolking waarmee hij steeds op een spannend randje wist te balanceren. Subliem! ‘Thrill Me’ wordt dit jaar trouwens hernomen. Zonder Verelst weliswaar, maar de voorstelling is met Rudi Giron en Dieter Verhaegen minstens even briljant.
Terug naar eergisterenavond in CC Het Gasthuis in Aarschot waar Verelst dat spannend balanceren op het randje – soms zelfs letterlijk wanneer hij zichzelf met een plank enkele meters boven de grond tegen de muur klemt – tot een ware kunstvorm wist te verheffen.
“Ja, hongersnood is erg, maar mijn eenzaamheid nog veel erger.” Liefde, het gebrek daaraan en eenzaamheid verweeft hij als rode draad doorheen ‘Amai’. Of wanneer Verelst uiteindelijk duidelijk maakt aan het publiek waar de voorstelling rond draait: “Ik! Ik! Ik! Ik! Ik!”. Waaruit ook nog een prachtige, rake overpeinzing over het onnozele, maar tegelijk ook het (maatschappelijke) nut van theater voortvloeit: “Ik heb mezelf van alles aangeleerd en het enige waar dat ook maar een beetje nut heeft, is op het podium.”
De voorstelling gaat alle kanten uit met een briljante grap over millennials (iets over glutenvrije kots, “advocado” (sic) en #healtheworld), een fantastisch “gesprek” met Christel uit het publiek over het belang van open communicatie, een formidabel (ontroerend en tegelijk tragisch) nummer over moederliefde en zijn vredig stervende grootvader (waarbij we mogelijk iets té hard met deze grap hebben moeten lachen).
Een voorstelling van Verelst is elke seconde spannend. 90 minuten lang hang je aan z’n lippen. Hij is explosief, onverwacht, zet je op het verkeerde been en pakt vervolgens uit met een clou die volstrekt anders is dan dat je hem oorspronkelijk zelf had bedacht. Hij houdt de regie van zijn show stevig in handen waardoor de vaart, zelfs bij scènes met publieksparticipatie, hoog ligt. Met ‘Mijn broer en ik’ leverde Pieter Verelst al een heel verdienstelijk visitekaartje af. Met ‘Amai’ zet hij zichzelf helemaal op de kaart als dé coming man van het Nederlandstalig cabaret. Dit was meesterlijk.
Gezien: 31 januari 2020 CC Het Gasthuis in Aarschot