Column Mandy Heidstra: HOWEVER FAR THE STREAM FLOWS, IT NEVER FORGETS ITS SOURCE

Mandy Heidstra (35) werkt als ZZP’er in het theater, aan de organisatiekant. Haar partner Joep werkt ook in het theater, aan de technische kant. Mandy werkte onder meer mee aan Disney’s The Little Mermaid, Cirque Stiletto 2 & 3 en Holiday on Ice’s jubileumvoorstelling SHOWTIME. Ze werkt ook voor een impresariaat en streamingplatform. Volgens Mandy is theater een microkosmos, waar alles uit de gewone wereld op kleine schaal plaatsvindt. Ze schrijft tweewekelijks voor ons over wat zij haar gewone leven in een ongewone sector noemt.

Streamen van theater is dankzij de corona-crisis in een sneltreinvaart geraakt. Waar voorheen wel eens registraties werden gemaakt voor televisie of om op videoband of DVD te verkopen door de grotere partijen, werd tijdens de eerste lockdown en daarna door vrijwel de hele sector ervaren hoe snel en makkelijk het tegenwoordig is om je publiek digitaal te bereiken.

Die ontwikkeling ging uiteraard niet zonder slag of stoot. Sowieso ging het al ‘mis’ toen heel veel artiesten hun werk zonder visie en zonder vergoeding overal maar aan gingen bieden. Daarmee devalueerden ze zichzelf en hun werk, op artistiek en economisch niveau. Daarnaast was ook de kwaliteit van de streams niet altijd even hoog. Waar de ene partij een vijf-camera-registratie maakte die Hollywood-waardig was, deed de ander het met een smartphone.

Toch is streamen waarschijnlijk de meest ingrijpende schaalvergroting die we in onze sector gezien hebben sinds geluidsversterking. Iets waar ik met mijn achtergrond in de economie van de podiumkunsten heel enthousiast van kan worden. Want schreef ik mijn scriptie nog over de keycomp (een keyboard waar een heel orkest uit komt) als nieuwe ontwikkeling, streamen is pas echt een gamechanger.

Het publieksbereik is met streamen nagenoeg oneindig. Daar zitten haken en ogen aan, want velen zijn bang dat het publiek niet meer naar de fysieke schouwburg komt als het werk online voor een schappelijke prijs te zien is. Nu blijkt dat vooralsnog helemaal niet het geval. Streamen is juist een toevoeging van publiek wat toch al niet naar de schouwburg kwam. Daarbij kan je denken aan nieuw publiek dat eens iets ‘veilig’ wil uitproberen, publiek dat niet mobiel genoeg is om naar het theater te gaan, publiek dat de traditionele kaarten niet kan betalen, publiek dat te ver weg (inclusief over de landsgrenzen) woont en ga zo maar door.

En zo zat ik op één dag thuis naar drie streams te kijken. De eerste was uit professionele interesse, een lezing en informatiebijeenkomst, waar ik gezien mijn werk geen tijd voor had, maar waarvan ik de stream wel aan kon zetten tijdens mijn werk. De tweede was de afscheidsrede van mijn economieprofessor. Uiteraard konden niet alle studenten die hij ooit heeft gehad er live bij aanwezig zijn, maar op deze manier konden we toch nog één keer een college meepakken. En de laatste was de live registratie van een voorstelling, waarvan ik zowel nieuwsgierig was naar de voorstelling als naar de kwaliteit van de stream, gedeeltelijk professionele en gedeeltelijk persoonlijke interesse.

Het mooie was dat deze laatste twee streams elkaar ook nog eens complementeerden. Waar professor Klamer zich uitsprak over de veranderende economie en een kentering voorspelde van steeds groter wordende bedrijven naar juist kleinere bedrijven met persoonlijke aandacht, zong Nathalie Baartman over de waarde van kleine theaters voor de artiest, het publiek en de beleving.

Ga ik het toch nog één keer niet helemaal eens zijn met professor Klamer. Of eigenlijk, ik ben het met hem én Nathalie roerend eens dat de persoonlijke aandacht en beleving uitermate waardevol is. Maar ik voeg daar graag aan toe dat schaalvergroting tegelijkertijd een uitkomst is voor velen en dat we vooral deze pandemie en de komende jaren moeten benutten om ook die beleving artistiek, economisch en persoonlijk de moeite waard te maken.