Column Arie Cupé: MAG IK VAN U EEN FOTO?

Dit is de titel van een heel leuk liedje van Lou Bandy uit 1937. Maar daar ga ik het helemaal niet over hebben, vrienden. Deze vraag ‘mag ik van u een foto?’ horen artiesten, acteurs natuurlijk heel vaak. Op rode lopers bij premières, bij portretfoto’s om afgedrukt te worden in programmaboekjes, foto’s bij interviews, voor op affiches en ga zo maar door.

Sinds de iPhone in de wereld is gekomen worden er overál foto’s gemaakt natuurlijk. Geen mens is meer veilig voor personen die op je af komen rennen voor selfies. Dat is niet alleen in het theater zo, dat is overal zo. Het verschil is dat foto’s voor ons niet alleen maar voor de lol is, maar een wezenlijk onderdeel van ons werk.

Mag ik van u een foto 2

Als kind vond ik het altijd een opwindende dag als de schoolfotograaf kwam. Dat waren natuurlijk de eerste keren dat ik moest poseren voor een officiële fotograaf. En dat deed ik met graagte. Ik weet nog dat ik ook best al jong dacht te weten hóe ik het beste moest staan en kijken. Bij zo’n klassenfoto schreeuwde de fotograaf, die waarschijnlijk die dag totaal geen zin had in lacherige kinderen op een lagere school, dat we recht moesten gaan staan. ‘Récht! Récht staan, zeg ik!’ Het is toch al ruim een halve eeuw geleden, maar ik weet nog héél goed dat ik toen dacht ‘zég, schrééuw niet zo, ik ga schúin staan, dat is veel leuker’. En dat deed ik. Kijkt u maar of de foto, ik sta op de achterste rij en ben de kleinste. Gek hè, dat je zo’n moment nog zo goed kunt herinneren.

Arie Cupe Mag ik van u een foto?
Foto Jan Swinkels

De eerste fotograaf waar ik mee te maken kreeg in mijn werk was de geweldige Jan Swinkels. Ik begon in 1982 en Jan was dé theaterfotograaf. Ik wilde graag portretfoto’s omdat daar naar gevraagd werd door producenten en castingbureaus. Maar ja! Jan Swinkels! De vaste fotograaf van bijvoorbeeld Jasperina de Jong! Dat zal wel veel te duur zijn, dacht ik. Maar ja, als je het niet vraagt weet je dat niet, dus ik besloot hem gewoon op te bellen en het te vragen. Als het boven mijn vermogen lag, dan hield het gewoon op. Een zeer vriendelijke stem klonk door de telefoon. Ik legde hem uit dat ik dus nieuw was in ‘het vak’ en foto’s wilde, maar niet wist of ik hem zou kunnen betalen. Jan antwoordde toen: ‘Weet je wat, kom naar mijn studio, dan maak ik de foto’s en dan betaal je enkel de afdrukken. En als je dan een aantal jaren bezig bent in het theater en meer gaat verdienen, dan kom je bij me terug en dan betaal je voor die sessie gewoon de prijs die daar voor staat. Maar nu alleen de afdrukjes’. Nou ja! Hoe aardig was dát!
Dat Jan een dierbare vriend geworden is, is natuurlijk geen wonder. Iemand met zó’n instelling. Het werden natuurlijk prachtige foto’s. En ik hield me aan de afspraak, ik ben door de jaren heen nog vaak terug geweest voor nieuwe foto’s.

Voor programmaboekjes ligt de beslissing uiteraard bij de producent van een productie wie de portretfoto’s doen. Bij Jos Brink deed Karel Helmers dat vaak. Jos was altijd gesteld op glamour-achtige foto’s. Dan kon het ook ineens gebeuren dat als je voor het eerst het programmaboekje open deed, je jezelf terugzag zonder moedervlekjes en oneffenheidjes. Dan had je ineens een volstrekt glad gezicht, zonder botox! Alles was dan weggewerkt, want het bewerken van foto’s is van alle tijden, mensen. Vroeger werd dat alleen heel sjiek retoucheren genoemd.

Arie Cupe Mag ik van u een foto?
Foto Joris van Bennekom


Het maken van scène-foto’s is weer een heel andere tak van foto-sport. Jan Swinkels was ook hier een mééster in. Later kwamen Roy Beusker, Joris van Bennekom, Andy Doornhein en er zijn er nog meer. Dan spelen we de hele voorstelling met kostuums, schmink, alles erop en aan voor een lege zaal waarin enkel de regisseur, de kostuumontwerper, de decorontwerper, de producent, technici zitten. En een fotograaf die van ene kant naar de andere kant loopt om alles op de gevoelige plaat vast te leggen.

Daar is de een beter in dan de ander. Als speler denk je tijdens zo’n doorloop af en toe ‘hiervan een foto zou leuk zijn, van dít moment’, maar dat hoeft voor de fotograaf helemaal niet een speciaal moment te zijn natuurlijk. De fotograaf moet uiteraard wel een speciaal talent hebben om aan te voelen wannéér er iets bijzonder te zien en om húp vastgelegd te worden. Bij goeie fotografen merk je niet eens dat ze er zijn. Die bewegen zich geruisloos van links naar rechts en doen hun werk. Het is natuurlijk ontzettend fijn als je een programmaboekje ziet met smakelijke scènefoto’s en mooie portretfoto’s van de spelers. Járen later, als een productie alláng gestopt is, is het ook leuk als je die nog es in je handen krijgt. Meestal is het dan een fijne herinnering.

Het is al heel lang de gewoonte, steeds meer althans, dat jezelf inspraak hebt bij de keuze van je portretfoto in het boekje. Dat was vroeger heel anders. Ik ben toch best wel vaak geschrokken van mijn eigen portretfoto. Jos Brink vond gewoon dat hij dat moest uitmaken en niemand anders, klaar uit, haha. Hij was een eigenwijs baasje hè. Bij hem bijvoorbeeld dacht ik af en toe kijkend naar mijn eigen foto; ‘wie is dát?!?’ Nu is het ook zo dat je zelf ánders kijkt naar je eigen foto dan anderen. Dat is gewoon waar. Dan denk je ‘daar sta ik wel leuk op’ en dan vinden anderen dat juist hélémáál niet, of juist andersom. Maar het is dus een terugkerend gebeuren, dat foto’s nemen.

Arie Cupe Mag ik van u een foto?
Foto Mitch Blaauw



De laatste jaren vind ik acteur/zanger Mitch Blaauw heel erg goed in het maken van portretfoto’s. De man heeft dus meerdere talenten. En dus mag Mitch áltijd tegen mij zeggen: ‘Mag ik van u een foto?’