Column Arie Cup

Al heel lang worden er voor Nederlandse theaterproducties regisseurs en choreografen vanuit het buitenland aangetrokken. Zo kwam na de Tweede Wereldoorlog de beroemde Russische regisseur Peter Sjarov naar ons land.

Deze man had zelf als leerling-acteur gewerkt in het gezelschap van de beroemde regisseur Konstantin Stanislavski. Later werd hij zelfs zijn co-regisseur en secretaris.
In 1938 stierf Stanislavski en na de oorlog zette Sjarov het werk en de stijl van zijn grote leraar overal voort en kwam dus ook in Nederland om hier de stukken van Anton Tjechov tot leven te brengen bij gezelschappen als Toneelgroep Comedia, De Nederlandse Comedie, De Haagsche Comedie en het Nieuw Rotterdams Toneel.
Alle grote Nederlandse acteurs en actrices uit die tijd waren járen later nog vól over zijn manier van regisseren: Ko van Dijk, Ank van der Moer, Ellen Vogel, Hans Bentz van den Berg, Ton Lutz. Door hen werd Sjarov een strenge, unieke leermeester genoemd.
Het is ook altijd heel verfrissend als er iemand uit het buitenland aangetrokken wordt bij het opzetten van een productie.

Horst Mentzel

 

Lindsay Dolan



Door de jaren heen mocht ook ik met mensen uit het buitenland werken. De eerste productie, waar me dat gebeurde, was al in 1985: ‘Madame Arthur’.
Jos Brink en Frank Sanders trokken voor hun musical de regisseur Horst Mentzel en de choreograaf Lindsay Dolan aan.
Horst was een Duitser, geboren in Polen en woonachtig in Antwerpen en Lindsay was een choreograaf uit Londen.
Lindsay vond ik een geweldige man die je choreografieën liet dansen, waarvan je eerst niet het idéé had dat je dat kón! Hij zou daarna ook de musical ‘Max Havelaar’ (1987) doen, maar dat verhaal leende zich nou niet zo voor hele grote balletten, hoewel sommige liedjes heel spectaculair door hem werden ingevuld. Dit waren de enige twee musicals waarin ik Lindsay mocht tegenkomen.
Horst tekende ook voor ‘Madame Arthur’ en ‘Max Havelaar’, maar Jos en Frank vroegen hem ook daarna nog voor de regie van ‘Revue Revue’ (1991) en ikzelf werkte ook nog met hem in de musical ‘Mata Hari’ (1990) van en met Rients Gratama.
Horst woonde dus in Antwerpen en hij sprak dus Vlaams met een Duits accent. Ik vergeet bijvoorbeeld nóóit dat hij een keer wilde, dat Lucie de Lange en ik, hier en daar een pauze moesten houden in een scène. Hij zei toen; ‘Jullie moeten daar een klein cut-je houden’. Nou ja, Lucie en ik vielen op de grond van het lachen op de repetitiezolder van Carré. Horst zag daar helemaal niet het leuke van in en juist dát was zo grappig.
Niet  iedereen kon goed met Horst overweg. Ik wel. Ik snapte het van anderen ook wel, want hij kon bij een scène soms heel diep gaan. Zo had hij voor ‘Mata Hari’ op een morgen allemaal gruwelijke foto’s uit de Eerste Wereldoorlog neergelegd, zodat we ons leuk konden inleven. Maar je hoefde meteen je lunch niet meer.

Adam Richens



De Engelsman Adam Richens verzorgde de choreografie van ‘Mata Hari. Een erg leuke man. Al pratende bleek dat ik hem op West End had zien dansen in de musical ‘Singin’ in the Rain’.

Barrie Stevens



Barrie Stevens was natuurlijk ook een Engelsman, al woont en werkt hij al vanaf de jaren zestig in ons land. Met Barrie werkte ik bij de musicals ‘Revue Revue’ (1991), ‘Zzinderella’ (1995), ‘De Jantjes’ (2012) en ‘Heerlijk duurt het langst’ (2014).
Het was heel leuk dat ik hém in 2014 mocht regisseren in ‘De Krasse Knarren Revue’. In 1997 ging ik spelen in de musical ‘Annie’, met Nelly Frijda als Miss Hannigan.

Martin Charnin



De Amerikaanse tekstschrijver van de musical kwam naar ons land om de productie te regisseren: Martin Charnin. Ik vond dat heel spannend.
Die man, die de tekst had geschreven van het wereldberoemde ‘Tomorrow’!  Hij bleek een hele strenge, beetje autoritaire man te zijn tijdens de repetities. Hoewel. Ik moest aan het begin van de show als hondenvanger een hond in een kar stoppen. Dat moest ik doen met een grote hond. Ik ben bang voor grote honden, dus ik dacht al meteen ‘dat durf ik niet en dat dóe ik niet’. Iedereen heel angstig om me heen; ‘oooh dat moet je wél doen, want dat moet van Martin, hij is zo streng, anders ontslaat ie je!’. ‘Nou, dat doet ie dan maar, want ik verdom het’.
Bleek dat hij dat helemaal geen probleem vond en Yolanda Germain, die ook een hondenvanger speelde, vond het geen punt om te doen, zij was dol op alle soorten honden. Dus dat was opgelost.
Maar tijdens de try-outs bleek dat hij die hele hond had afgekeurd en Yolanda moest dan maar het hondje van Nelly in de kar stoppen; Milka. Ja, díe had ik óók wel het toneel op kunnen brengen.
Milka sliep wel eens op m’n schoot in de bus, ik kende dat kleine hondje al járen. Maar Yolanda wilde het toch doen. Ook goed natuurlijk.

Ik weet ook nog wel toen Martin Charnin ons een keer toeschreeuwde vanaf de kant dat collega Guuske Kotte, die ook in de cast zat, ineens heel hard terug gilde. Dat ze daar niet van gediend was en dat het ook wat aardiger zou kunnen. Iedereen hield z’n adem in. Dat hielp. Hij was daarna beduidend minder explosief.

Jos Dom

 

Natascha Pire


In 2002 zat ik in de musical ‘Alladin’ en daar leerde ik de fijne mensen Jos Dom (regie) en Natascha Pire (choreografie) kennen. Zij kwamen uit België. Toch ook buitenland, nietwaar. Heerlijk om mee te werken.

Matthew Ryan



In 2010 stond de musical ‘La Cage Aux Folles’ op het programma en daarmee kwamen de regisseur Matthew Ryan en choreografe Nichola Treherne uit Engeland naar Amsterdam om de show in elkaar te zetten. Ook twee geweldige mensen. Heel British.

Nicole Treherne


Ik vergeet nooit hun verbijstering toen tijdens een belangrijke repetitie ineens de mobiel van Liz Snooijink afging. We stonden allemaal verstijft. Ik meen dat het haar loodgieter was of zoiets. Liz liep al pratende naar een gordijn en ging daar achter staan en maakte het hele gesprek af. Intussen stond het hele gezelschap doodstil en zaten Matt en Nichola met hoofden alsof zij een geest voorbij hadden zien komen. Liz komt vanachter het gordijn terug, haalde adem om iets tegen ze te zeggen en Matt hield toen z’n vinger op en zei alleen maar; ‘This was a very, very important call’. En zonder overgang gingen we weer door met de repetitie.
Ik dacht dat ik gek werd van het lachen. Het was zó’n mal moment. En Liz had gewoon niet door dat er toch iets heel geks gebeurd was. En dáárom ben ik ook zo dól op Liz!
Het was heel fijn om met Matt en Nichola te mogen werken. Zij waren – tot nu toe – de laatste buitenlandse krachten waar ik mee mocht werken. Best een rijtje, als ik het zo overzie. Internationalokooooo!