Iedereen vindt het fijn om complimentjes te krijgen. Gewoon in het dagelijkse leven. ‘Wat zit haar goed’, ‘Wat zie je er goed uit’, Wat een mooie kleren’, ‘Wat doe je dat goed’ etc.
Het begint al heel vroeg op de kleuterschool als je juffrouw je een pluim geeft voor je met vingerverf gemaakt schilderij. Oerlelijk natuurlijk, maar wat bén je blij met die pluim!
Later op de lagere school, in het voorgezet onderwijs, in de studietijd, dán wordt alles een beetje pijnlijk want dan krijg je enkel goeie cijfers als je succesvol bent bij het leren. Als dat niet zo is, omdat je gewoon minder goed kunt leren, krijg je die mooie cijfers natuurlijk niet. Zo heeft alles twee kanten.
Maar goed, we hadden het hier over complimenten. In kroegen, in sportclubs en natúúrlijk in de liefde! In de liefde kunnen complimentjes je helemaal doen opveren, nietwaar. Dan ligt het er natuurlijk aan hóe men het zegt en wélke vorm van waardering het is. Iedereen maakt natuurlijk voor zichzelf uit wat woke is en wat niet. Maar laten we ervan uitgaan dat het goedbedoelde complimentjes zijn, dat is fijn.
Dan hebben we ook nog het arbeidzaam leven, je werk. De meeste mensen brengen heel veel tijd door met hun werk. Daar is het uiteraard ook fijn als je complimenten krijgt over datgene wat je doet.
Laat ik het maar hebben over mijn eigen vak, het theater.
Als je begint met de repetities van een nieuwe voorstelling ben je nog helemaal zoekende. ‘Hoe zit mijn rol in elkaar, wie is die man, waarom zegt ie dat allemaal?’ Nou, dat ga je dan met de regisseur uitpluizen. Soms vind je iets wat de regisseur goed vindt en dat hou je dan vast. Dat zijn prettige momenten in de periode die verder nog heel onzeker is. Dan volgen try-outs en uiteindelijk komt dan die onvermijdelijke première.
Daar doen wij allemaal eindexamen. Iedere keer weer.
Bij het applaus merk je natuurlijk al wat. Een beleefd applausje of geestdriftig geklap en gejuich. Journalisten schrijven over je. Mooi of lelijk. Je merkt aan het publiek hoe de voorstelling ervaren wordt, is het een hit of niet? Nou, neemt u van mij maar aan dat je op de nazit van zo’n première complimentjes krijgt. Al zijn ze gelógen, je bent er toch blij mee. Je weet namelijk zelf maar al te goed of je in een goed of zwak stuk staat.
Het is fantastisch als je zelf blij bent met de voorstelling en dan lof ontvangt. Dat geldt voor iedereen.
De beroemde Engelse actrice Judy Campbell was de muze van schrijver Noël Coward. In de 20-er, 30-er, 40-er, 50-er schreef Coward, naast vele geweldige liedjes, talloze succesvolle toneelstukken.
Judy inspireerde hem. Ze was geregeld de ster-actrice in zijn stukken. Een beroemd verhaal vertelt dat Judy en Noël een keer zaten te lunchen in The Ivy, een beroemd art-deco-restaurant in Londen, dat er nog altijd is. Judy vertelde Noël over haar dromen, haar angsten, haar grote liefde voor het spelen en voor het theater. Na de lunch zei Noël: ‘De hele lunch door heb ik je complimenten gegeven over je geweldige spel in alle mogelijke rollen. Jij hebt mij niet één complimentje gegeven over mijn toneelstukken, of je ze leuk vindt om in te spelen’. Judy schrok daar hevig van en kon alleen maar uitbrengen: ‘Maar Noël, jij zit toch niet om een complimentje verlegen, de gróte Noël Coward?!’ Die grote Noël Coward antwoordde toen: ‘Les één; iederéén zit om complimentjes verlegen’.
Dat verhaal heeft ooit een diepe indruk op me gemaakt. Daarom schroom ik nooit om als ik iets moois zie of hoor van grote collega’s ze daarmee te complimenteren. Want ook ik dacht vroeger dat je dat beter niet kunt doen omdat het nogal slijmerig kan overkomen. Maar als je het echt méént dan is dat helemaal niet het geval. Maar natúúrlijk niet!
Wat in ons vak ook een grote vorm van waardering is zijn uiteraard de prijzen die je kunt winnen. Want dat is natuurlijk ook een compliment. Begin van de 80-er jaren werkte ik in café ’t Pandje als diskjockey en ik zong daar tussen de platen dóór liedjes. Toen ik in 1982 van klanten daarvoor een prijs kreeg was ik daar heel blij mee. Het was natuurlijk een flauwekulletje, maar ze hadden tóch de moeite genomen om dat te laten maken en te geven. Heel lief en dat was heel fijn.
In 2007 werd ik genomineerd voor een Musical Award. Die won ik toen niet, maar een jaar later was ik weer genomineerd en toen won ik ‘m wél. Dat was natuurlijk ook zo’n lekker moment.
Toen ik een paar jaar geleden mijn tweede solo met accordeonist André Vrolijk maakte, ‘Tussen nu en straks’, plaatste Anne van Egmond een geweldig compliment op Facebook: ‘Bijna 30 minunten na afloop. Wat een hoog niveau, de beste Nederlandse chansonnier, Arie, want dat vind ik, met zo verdiende eersteklas begeleiding van André Vrolijk, die een stuk als “Oblivion” van Piazzola schitterend vertolkt!!!’. Nou ja! Wát een compliment van zo’n vrouw! Die álles weet van muziek! Geweldig vonden we het!
Als ik nu terugkijk op mijn carrière van 1982 tot nu toe dan verbaas ik me hoeveel voorstellingen ik heb mogen spelen. Ik ben eens gaan tellen: 24 musicals, 11 toneelstukken en 21 liedjesprogramma’s. Of je een emmer leeggooit!
Verder heb ik in de 80-er en 90-er jaren heel veel voor de radio gewerkt en ook soms wel tv.
Op tournee praten we natuurlijk in de bus met elkaar over van álles en nóg wat. Als ik mijn collega’s leuke, krankzinnige verhalen vertelde over producties waarin ik had gewerkt, dan zeiden ze vaak ‘dat moet je ópschrijven!’ Maar ja dan dacht ik ‘waarom? Dan schrijf ik het op en dan leg ik het in een la en daar blijft het dan liggen, nee dat doe ik niet’.
En toen was daar ineens Andy Doornhein. Hij vroeg me of ik een maandelijkse column zou willen schrijven voor Theaterparadijs, een online theatermagazine. Graag! Precies deze maand heb ik dat zes jaar gedaan. Met veel plezier.
Nú had het zin om de verhalen op te schrijven. Nu werd het gelézen. Want dat deed u! ik rond het nu na zes jaar af. Mocht er in de toekomst nog iets uit mijn pen rollen dan ziet u wellicht gewoon ineens nog een incidenteel, los verhaal van mij. Maar mijn maandelijkse column stopt, omdat ik vind dat je op tijd moet stoppen.
Dan nu mijn complimenten! Mijn complimenten voor u! Al die mensen die mijn columns hebben gelezen! Andy verzekerde mij dat jullie met velen waren, want dat valt af te lezen! Dus dank u wel! Voor al uw trouw elke maand en alle aardige reacties, dank u wel! Mijn complimenten!
Column Arie Cupé: MIJN COMPLIMENTEN!
