Column Arie Cupé: MIJN LANGE RIJ MET EXEN

Als je liedjesprogramma’s of cabaretshows speelt, neem je jezelf méé het toneel op. je eigen wezen en je eigen mening zit daarbij. Maar al mijn collega’s zullen beamen dat als je een rol speelt in een toneelstuk of musical, het juist héél leuk is als zo’n figuur héél ver van je vandaan staat. Iemand die jezelf helemaal niet bent of zou willen zijn. Het is juist heel leuk uit te dokteren wat er in het personage dat je speelt omgaat. Wat je zegt, wat je doet, wat je voelt en denkt.

Daarom is het ook zo aardig om hele slechte mensen te spelen. Dat het publiek iets krijgt van ‘wat een verschrikkelijk iemand!’ Ik mocht bijvoorbeeld zo’n man spelen in de musicalversie van ‘Op hoop van zegen’ (2008/’09): Kaps, de boekhouder van reder Bos.
Die Kaps dacht alleen aan geld en in de laatste scène van de musical moest ik keihard zijn tegen de allerliefste Ellen Pieters, die Kniertje speelde.

Ellen en ik genóten als we de zaal ‘ttssss’ hoorden sissen als ik dan weer iets vreselijks tegen Kniertje had gezegd. Want dán was het ons gelukt. Ik bikkelhard en zij verdrietig, tránen met tuiten. Dán ging het publiek erin mee. Dan gelóófden ze ons. En dat is het heerlijke van toneelspelen.

Hoewel ik in het dagelijkse leven toch zeer van de Griekse beginselen ben, heb ik toch best vaak in een rol een dame aan mijn zijde gehad. Mijn eerste vaste vriendin op het toneel was Suzan Heijne. Het was wel een zeer kortstondige relatie, namelijk één avond. Dat kwam zo. In de musical ‘Annie’ (1997/’98) speelde Dick Cohen de rol van Haantje en Suzan zijn vriendin. Ik was de understudy van Dick. Hoewel wij geen van allen speelgarantie hadden mochten, tijdens het eerste lange seizoen van ‘Annie’, alle understudies af en toe een keer op. Ik niet. Ik mocht steeds niet. Dick had al een paar keer gevraagd waarom dat nou niet mocht en dan werd er gezegd dat de producent dat niet wilde. Nou, dat begrepen we niet, maar we lieten dat maar zo. Tot de laatste maand. Dick vond het gewoon oneerlijk. Hij zei tegen de company manager dat hij dan zelf wel met de producent zou gaan praten, want dit was toch een beetje gek. ‘Arie moet die rol toch óók een keertje spelen’, riep hij.

Die producent was ons aller Henk van der Meijden trouwens. Nee, dat moest Dick hem niet gaan vragen, daar ging de company manager zelf wel achteraan. En toen mocht het ineens. Heel vreemd allemaal. We begrepen dat er gewoon een vals spelletje werd gespeeld. Hier wist Henk helemaal niets van. Het was namelijk al bekend dat Dick het tweede seizoen van ‘Annie’ niet zou spelen en dat de company manager zelf wel geïnteresseerd was om dan de rol te vertolken. Daarom moest men mij niet zien spelen. Dat was het gewoon. Maar goed. Ik mocht dus toch ineens de rol spelen en was ik één voorstelling de vriend van Suzan Heijne. Met een genietende Nelly Frijda naast me op het toneel en een juichende Dick Cohen in de zaal. Omdat ik helemaal geen zin had in een oneerlijke strijd om de rol in het volgend seizoen, verliet ook ik na het eerste seizoen ‘Annie’ en ging een blijspel bij Jos Brink spelen. De company manager kon zijn gang gaan en speelde inderdaad de rol in dat tweede seizoen. Toedeloe.

mijn lange rij 3

Een paar seizoenen later (2003/’04) had ik weer een vriendin. Maar nu een heel seizoen lang: Heddy Lester. We speelden samen zelfs twéé stellen; een Frans en een Engels koppel. En wat hébben we een plezier gehad! In de musical ‘Onverwacht weerzien’ (2004/’05), een musical voor de Zonnebloem, was zangeres Alma Nieto mijn liefje. Het verhaal speelde zich af op een camping en ik was helemaal in de wolken van ‘mijn’ Alma, een lieve meid dus ik kon dat best spelen. Die jongen was helemaal gek van haar.

mijn lange rij

In de musical ‘Pietje Bell’(2005/’06) was ik ook tot over mijn oren verliefd op een meisje, maar zij niet op mij. Dat was sneu. Brigitte Nijman zag mij in haar rol totáál niet staan, terwijl ik álles deed om haar het hof te maken. Ze trouwde in de musical zelfs met een ander! Wat een leed! Onbeantwoorde liefde! Vreselijk! Maar heel erg leuk om te spelen.

In ‘Wat zien ik’ (2006/’07) speelde ik alle klanten van de hoeren Blonde Greet en Haar van Boven Nel. En in één liedje, in deze musical, was Duck Jetten mijn echtgenote. We stonden heel sjiek te doen met een kopje koffie en een punt. Ik was ook alternate van Johnny Kraaykamp, die een dubbelrol speelde. Dus eens in de twee weken ging ik op in de rol van Sjaak en Bert. Sjaak was de pooier van Nel en Bert de man die uiteindelijk met haar gaat trouwen. Mariska van Kolck speelde Nel en dus was zij elke veertien dagen ineens mijn geliefde. Jawel!

mijn lange rij 2

In ‘La Cage Aux Folles’ (2010/’11) speelde ik de toneelmeester van de club, die iets had met één van de travestieten: Duitse Helga! Dierbare Mark Dowe speelde deze ‘dame’ die mij met een zweep en alles waar ze me maar mee kon pijnigen liefhad. Een soort SM-relatie. Dus verscheen ik een keer zelfs met een nekkraag ten tonele! Pijn! Ooh, Duitse Helga was zo hardhandig. Maar goed, tóch een relatie.


In ‘De Jantjes’ (2012/’13- 2014/’15) was er sprake van een heel andere liefdespaar: Na Druppel en De Mop. En die maakten wel altijd ruzie, maar het kwam ook altijd weer goed tussen die twee. Willeke Alberti was mijn Na. En haar alternate Lucie de Lange was mijn andere Na. Ik ging dus af en toe vreemd en toch ook weer niet. Maar zo zie je maar dat als je acteert je vaak een hele reeks exen krijgt: Suzan, Heddy, Alma, Brigitte, Duck, Mariska, Mark, Willeke, Lucie.

mijn lange rij 4
Als de speellijst van een toneelstuk of musical tot een einde komt, ga je noodgedwongen ook als ‘geliefden’ uit elkaar. Maar ex klinkt zo kláár en áf. Ze zijn me allemaal nog even lief. Het is niet klaar. We deden maar alsof. Want dat is natuurlijk gewoon wat het is: jullie kijken en luisteren en wij doen net alsof we iemand anders zijn.