Theater de Veste in Delft staat nog
22 oktober 2017 - Theater de Veste in Delft staat nog. Wonder boven wonder heeft het de première van Buurman en Buurman afgelopen zondagmiddag overleefd. De twee heren beleefden de première van hun nieuwe voorstelling A JE TO!, maar hielden weinig rekening met de fundering en bouw-constructie van het sinds 1995 in gebruik genomen theater. Ze hebben hun huis laten omstorten, ondergrondse gangen gegraven, dynamiet laten ontploffen en een lift van voldoende stroom voorzien om mee door het plafond naar de maan te vliegen. Het publiek is gelukkig geen enkel moment in gevaar geweest en heeft na afloop zonder problemen en met veel plezier een première-afterparty kunnen vieren in de foyer van het theater. Buurman en Buurman nemen echter het zekere voor het onzekere en zullen tot juni 2018 alleen nog maar in andere theaters in Nederland en België spelen. Deze speel-locaties en meer informatie over A JE TO! kunt u vinden op www.buurmantheater.nl .
“Ze helpen de hele tuin naar de gallemiezen”
Voor de vierde keer staan Buurman en Buurman in het theater met een grappige, dubbelzinnige en vernuftig vormgegeven voorstelling. De echte doe-het-zelfers, bekend van onder ander Villa Achterwerk, hebben een heel herkenbaar klusverhaal gekregen van Jelle Kuiper (script), Bruun Kuijt (regisseur) en Ivo de Wijs (liedteksten). In de voorstelling gaan Buurman (Casper Gimbrère) en Buurman (Iwan Dam) op mollenjacht, want “Ze helpen de hele tuin naar de gallemiezen”. De slechtziende, zwarte beestjes worden met de meest uiteenlopende manieren bestreden. Ze worden bijvoorbeeld uitgerookt, opgeblazen en opgesloten door de molshopen met purschuim dicht te spuiten. Aangezien de mollen ook onder het huis graven, moet het huis even plaats maken. Met een beetje hulp uit het publiek wordt het huis op buitengewone maar zeer makkelijke wijze omgekrikt. Het huis valt vervolgens bijna om, maar de mol vinden is nu echt het belangrijkste. “Het huis zetten we straks wel weer recht.”
Dat huis is door zijn onlogische bestaan één van de meest belangrijke facetten in de voorstelling. Het wordt even omgedraaid, de stoelen blijven tegen de muur kleven, de deur zit in het plafond, er komen mollen uit, er hangen kippen in en de lift gaat na het omvallen vanzelfsprekend horizontaal. Doordat het huis zoveel kan, blijft het voor zowel kinderen als volwassenen fascinerend om naar te kijken. Het onmogelijke wordt zo nu en dan ook lekker aangedikt door de buurmannen en dat is zeker wel grappig. Ascon de Nijs, verantwoordelijk voor het decor, heeft met het huis dus beslist zijn aandeel geleverd. Het is simpel gezegd heel gaaf. Als het mollenprobleem verholpen lijkt te zijn en de heren wel trek hebben in een kippetje, blijkt een huis op zijn kant echter toch niet zo praktisch. De kabels zijn losgetrokken, er is geen stroom meer en de oven doet het dus niet. Inventief, zoals we de heren kennen, gaan ze groene stroom op wekken. Ook hiervoor is het decor vernuftig vormgeven. Alle elektriek wordt met alles in en rondom het huis in elkaar geknutseld en met een beetje hulp van de licht- en geluidtechnicus lijkt dat dan ook nog eens echt te werken. Alsof alles inderdaad ter plekke impulsief ontstaat.
“Wat moet ik op de maan? Er is daar geen kip.”
In de voorstelling zitten zo nu en dan wat dubbelzinnigheden en vrolijke liedjes van Ivo de Wijs en Erik de Reus. Dit maakt het een gezellige familievoorstelling. Naast de klassiekers, die altijd op de lachspieren van kinderen werken, zijn er ook wat grapjes waarbij het kwartje twee kanten op kan vallen. En dat is ook leuk voor de ouders. Immers: enthousiaste Buurman: “We kunnen met de lift helemaal naar de maan!”. Droge Buurman: “Wat moet ik op de maan? Er is daar geen kip.” Daar ziet Buurman de ernst wel van in en als alles dan een beetje is gesudderd, dan schreeuwen de kinderen opeens heel hard: MOL!!! Opnieuw gekkenhuis en na de laatste scene sluiten de Buurman en Buurman dus maar af met een toepasselijk liedje: “Houd goede moed. Het komt goed”. En dat is het, of te wel: A JE TO!