Door Mirjam Christenhuis / Foto's Jan Lagendijk
Op zaterdag 9 november werd er met een jarenlange traditie gebroken, het programma Purper Ladies, zoals de naam al zegt, met louter dames als cast, ging in Theater Diligentia in Den Haag in première.
Na een traditie van meer dan 30 jaar Purper, met heren als cast, in wisselende samenstelling, nu dan een Purper met vrouwen. En anders als bij de heren, hier geen gastoptredens, deze vier vrouwen zijn de Purper Ladies! En, ik moet bekennen, de dames houden zich staande. Met een flinke dosis zelfspot, het aanboren van een nieuw repertoire genaamd: ‘empancipoire’ ontlokken Gerrie van der Klei, Mylou Frencken, Anouk van Nes en Céline Purcell een glimlach en zorgen hier en daar zelfs voor ontroering.
De samenstelling van de cast is zeer divers, Van der Klei, duidelijk degene met de meeste ervaring en de langste loopbaan, blinkt uit in het genre, ‘oud maar nog niet uitgerangeerd’. Ze houdt zich dapper staande tussen het jonge spul en krijgt zelfs heimwee naar de ‘goede oude tijd’. Qua zang is ze niet de sterkste van het kwartet, maar zeker in haar solo komt het jazzy stemgeluid van Van der Klei goed tot zijn recht.
Cabaretière Mylou Frencken is alleen maar gevraagd omdat zij de vleugel kan bespelen, pruilt ze in het begin van de voorstelling. Daarmee doet ze zichzelf zeker geen recht. Niet alleen omdat ze een mooie volle zangstem heeft maar zeker ook om de spitsvondigheden die in haar teksten doorklinken.
De mooie actrice en comédienne Anouk van Nes, buit duidelijk haar welgevormde lichaam uit. Ze pronkt en draalt en wijst het publiek er vooral op dat zij nog wel belangstelling voor mannen heeft. Gelukkig kan ze ook meer dan dat, haar stemgeluid zorgt voor een mooie binding met de rest van de cast en uit haar houding en speelwijze blijkt duidelijk dat ze meer is dan alleen maar een mooie vrouw.
De jongste van het viertal is veelzijdig musicalactrice Céline Purcell. Qua stem is Purcell zeker degene die het meest overtuigd, handig uitgebuit in verschillende liedjes die ten gehore worden gebracht. Ze zorgt ook voor de frisse noot en geeft zelfs de aanzet tot het spelen van de ‘cupsong’, op het deksel van de vleugel.
De supervisie van Frans Mulder is vooral zichtbaar bij het opvoeren van het laatste lied voor de pauze. Echte Purper liefhebbers weten dat het een versie is van ‘Aan de Amsterdamse grachten’ maar dan op de manier zoals je het op een draaiorgel hoort spelen. Maar ook tijdens het in elkaar vlechten van liedjes, later in de voorstelling. Drie, vier liedjes waarvan de teksten dusdanig door elkaar gehusseld zijn dat je als publiek zeer aandachtig moet luisteren. Jammer van deze versie is dat het Engelse teksten zijn en niet in het Nederlands. Hierdoor komt het tekstueel niet zo sterk over.
Er wordt niet alleen gebruik gemaakt van de vleugel als begeleiding, regelmatig komt het geluid van een band af. Dat is jammer want Purper is onlosmakelijk verbonden met het klassieke geluid van pianospel. Er en der wordt het goedgemaakt door als aanvulling mooi meerstemmig te zingen.
De vier dames geven duidelijk hun eigen draai aan Purper, hun karakters worden uitgediept op toneel en ze komen alle vier goed tot hun recht. Het vakmanschap straalt er van af.
Voor wat uw verslaggever betreft, de geboorte van een nieuwe traditie met voor de volgende keer een heer als gastoptreden toevoegen.
Voor meer informatie en de speellijst: http://purper.eu/