Mandy Heidstra (35) werkt als ZZP’er in het theater, aan de organisatiekant. Haar partner Joep werkt ook in het theater, aan de technische kant. Mandy werkte onder meer mee aan Disney’s The Little Mermaid, Cirque Stiletto 2 & 3 en Holiday on Ice’s jubileumvoorstelling SHOWTIME. Ze werkt ook voor een impresariaat en streamingplatform. Volgens Mandy is theater een microkosmos, waar alles uit de gewone wereld op kleine schaal plaatsvindt. Ze schrijft tweewekelijks voor ons over wat zij haar gewone leven in een ongewone sector noemt.
Er staat nog een auto, een wit bestelbusje, zonder bedrijfsvoering aan de buitenkant. Er zit een jongeman in met een hoodie. Ik kan zijn gezicht niet helemaal zien. Hij stapt uit en pakt iets uit de auto. Vervolgens stapt hij op mij af. ‘Ben jij Mandy?’
Volledig van het pad af doordat deze onbekende op deze plaats en tijd mijn naam kent, stamel ik wat ongemakkelijk dat ik dat ben. Ik krijg een doosje in mijn handen gedrukt. De man zegt geen woord meer, draait zich om, stapt in de auto en rijdt weg.
Daar sta ik dan, nu wel op een volledig verlaten industrieterrein. Het doosje in mijn handen is vierkant, bruin, ongeveer groot genoeg voor een voetbal of watermeloen en er staat niets anders op dan mijn naam. Geschreven met zwarte stift, niet eens op een etiketje. De doos zit dichtgeplakt met dat bruine postpakkettape. De stevige variant.
Met trillende handen bedenk ik me dat ik me voel alsof ik in een slechte horrorfilm terecht ben gekomen. Dat het zonnetje schijnt is het enige wat dat tegenspreekt, want in een gemiddelde horrorfilm zou het nu somber weer zijn, met een verdachte, angstaanjagende mist. Maar dat is niet zo, dus ik wentel me nog even in de schijnveiligheid van de zon.
Toch besef ik me dat dit het moment is waarop ik normaal gesproken tegen de tv zit te schreeuwen dat de hoofdpersoon niet zo stom moet zijn, het pakketje moet laten vallen en moet wachten op versterking. Iets wat de hoofdpersoon natuurlijk nooit doet.
Ook mijn nieuwsgierigheid speelt me parten. Ik pak mijn zakmes uit mijn tas en snijd heel voorzichtig alleen het tapelaagje kapot. Ik stop mijn mes weer weg en aarzel nog heel even voordat ik de doos openmaak. Moet ik mijn mes niet in mijn handen houden, voor de zekerheid? Ach, mens, stel je niet aan!
Ik doe de doos voorzichtig open. Er zit een bruin papiertje in ter bescherming van de inhoud. Ik til het papiertje op en de blauwe ogen van mijn hoofdrolspeelster kijken me wijd opengesperd aan. Van schrik laat ik de doos bijna uit mijn handen vallen.
Oh God! Helemaal vergeten. Het (totaal levensechte) masker van de hoofdrolspeelster zou vandaag afgeleverd worden. Het is mooi geworden, maar wat zijn ze er vroeg bij met die levering. Opgelucht haal ik adem en ik voel mijn schouders ontspannen. Dan hoor ik een auto. De witte bestelbus heeft 100 meter verderop staan wachten en kijken. Wat een lol zullen hij en zijn collega’s hebben maandag bij de koffieautomaat. En ook ik heb er weer een mooi verhaal bij voor op verjaardagen. Nu eerst het angstzweet maar even van mijn handen spoelen.
Column Mandy Heidstra: HET MASKER VALT, DE MENS BLIJFT
