Mandy Heidstra (32) werkt als ZZP’er in het theater, aan de organisatiekant. Haar partner Joep werkt ook in het theater, aan de technische kant. Mandy werkte onder meer mee aan Disney’s The Little Mermaid, Cirque Stiletto 2 & 3 en Holiday on Ice’s jubileumvoorstelling SHOWTIME. Volgens Mandy is theater een microkosmos, waar alles uit de gewone wereld op kleine schaal plaatsvindt. Ze schrijft tweewekelijks voor ons over wat zij haar gewone leven in een ongewone sector noemt.
HET VERHAAL
De eerste keer dat ik een theatervoorstelling zag was Ome Willem, met wat vriendjes van de peuterschool in het openluchttheater. Mijn moeder vertelt nog graag hoe ik op het puntje van de bank met mijn mond open roerloos zat te staren. Toen ze me vroeg of ik een snoepje wilde, schijnt alleen mijn hand bewogen te hebben - eerst in haar richting, daarna onder de neus. Geen seconde verslapte mijn aandacht voor wat er op de bühne gebeurde.
Het was niet lang daarna dat ik (na de goede verhalen van mijn moeder en oma en het grijsdraaien van de cd) mijn moeder overhaalde me mee te nemen naar Les Misérables. Mijn moeder had speciaal hoekplaatsen uitgezocht, voor het geval haar vierjarige zichzelf overschat zou hebben en ze de zaal zou moeten verlaten. Totaal overbodig, want ook hier zat ik drie uur lang roerloos en met mijn mond open te staren. Ik kwam het theater uit met twee nieuwe liefdes: theater en Danny de Munk.
Danny de Munk werd hem duidelijk niet, maar theater werd een liefde voor het leven. Hoewel al gauw bleek dat het niet theater per se was. Want ook voor de televisie kon ik me vergapen, gepauzeerd in de willekeurige houding die ik had op het moment dat de tv mijn aandacht greep. Later ontdekte ik dat liedjes gerust 50x op repeat kunnen en verslond ik boeken bij de vleet. Op school werd geschiedenis mijn lievelingsvak.
Verhalen boeien mij tomeloos. Maar niet zomaar elk verhaal. Het gaat me (bijna) niet om de inhoud, maar om de vorm. Als je het goed kunt aankleden, dan kan het verhaal van je dagelijkse trip naar de supermarkt nog geweldig zijn. Vorm, kleur, ritme, toon, licht, geluid, beeld, dans; je kunt op zoveel manieren mensen meeslepen in een verhaal. Daarom is theater zo bijzonder, want in het theater kun je echt uitpakken met hóe je een verhaal vertelt.
Taal speelt daar een enorme rol in. Als klein meisje was ik dan ook al fan van Wim Sonneveld, Jos Brink en Seth Gaaikema. Even voor alle duidelijkheid, ik vond De Fabeltjeskrant ook mooi! En Bambi, De Kameleon, zelfs Jurassic Parc. Ik was niet kieskeurig. Wel was ik een zevenjarige die Nikkelen Nelis luidkeels woord voor woord mee kon blèren. En nog steeds is het een niet-zo-geheim genoegen om Lieveling heel hard en heel vilein mee te zingen wanneer ik in de auto zit.
Taalvaardigheid bewonder ik. Met niets meer dan letters kunnen hele werelden geschetst worden. Door die letters in een ritme te zetten kun je mensen in het hart raken - of in hun broek te laten plassen van het lachen. Laten zingen en dansen. 26 letters en oneindig veel mogelijkheden.
Eén van de grootste taalhelden van Nederland én van mij is Martine Bijl. Wás, want deze week kwam het verdrietige nieuws dat ze zich bij Sonneveld, Brink en Gaaikema heeft gevoegd. Een groot gemis voor haar man, haar naasten, maar ook voor Nederland en de Nederlandse taal. Soms zijn 26 letters niet genoeg.