Mandy Heidstra (33) werkt als ZZP’er in het theater, aan de organisatiekant. Haar partner Joep werkt ook in het theater, aan de technische kant. Mandy werkte onder meer mee aan Disney’s The Little Mermaid, Cirque Stiletto 2 & 3 en Holiday on Ice’s jubileumvoorstelling SHOWTIME. Volgens Mandy is theater een microkosmos, waar alles uit de gewone wereld op kleine schaal plaatsvindt. Ze schrijft tweewekelijks voor ons over wat zij haar gewone leven in een ongewone sector noemt.
Alternate en understudy. Twee functies die in de theatersector heel bekend zijn, maar daarbuiten nog wel eens vraagtekens oproepen. Eigenlijk is het een heel bekend principe uit de showbusiness: the show must go on. En hoewel mensen in de culturele sector de sterkste, hardste, meest koppige en doorzettende mensen zijn die ik ken, zijn het nog steeds mensen. Dat is lastig, want mensen kunnen stuk.
Geblesseerd, ziek, stem kwijt, er zijn talloze redenen te bedenken waarom iemand soms een dagje of zelfs langer niet kan werken. Wanneer de bakker een dagje ziek is, is er niet ineens geen brood, maar neemt zijn collega waar. Voor zangers en acteurs bestaat bij sommige voorstellingen deze mogelijkheid ook, door een alternate (die regelmatig de rol overneemt) of een understudy (die een eigen ondersteunende rol heeft, maar in geval van nood een hoofdrol over kan nemen). Daarnaast hebben sommige producties zelfs nog een swing, iemand die meerdere rollen uit het ensemble over kan nemen, of kennen meerdere leden uit de productie meerdere rollen, zodat er geschoven kan worden indien iemand uitvalt. Zo worden voorstellingen waarbij het om het verhaal draait en niet om de uitvoerende artiest (een cabaretier zou bijvoorbeeld nooit overgenomen kunnen worden) toch gegarandeerd.
Dit is een luxepositie, want alternates en swings zijn extra personeelsleden en understudies en acteurs die meerdere rollen leren verdienen daar vaak (een klein beetje) meer door. Producenten wegen dus deze extra kosten af tegen de kans dat een voorstelling afgelast moet worden.
Per saldo draait het om continuïteit. Op de bühne, maar ook erachter. Backstage hebben de technici ook allemaal hun rol te vervullen. Die rollen zijn vaak minstens net zo creatief en specifiek als de rollen in een voorstelling en daardoor net zo moeilijk over te dragen. Een lichttechnicus kán een nieuwe show leren, net zo goed als een acteur een nieuwe rol kan leren, maar daar gaat tijd overheen. Dus niet even een andere bakker opbellen en toch vers brood kunnen verkopen.
Voor technici bestaat er in zeldzame gevallen een tweede ploeg of een technische swing, maar in verreweg de meeste gevallen draait een voorstelling op één technicus of een zeer klein groepje technici die allemaal onvervangbaar zijn. Ook dit zijn hard werkende, sterke, alles gevende mensen, maar ook zij kunnen stuk en ook dan kan de show niet zomaar doorgaan.
Door de bezuinigingen in de sector is veel van het ondersteunend personeel (technici, kap & grime, kostuummedewerkers, etc.) tot ZZP’er met lage inkomsten en weinig slagkracht. Toch werken ze door, maar met alle risico’s van dien.
Er is echter een oplossing voor die in het verleden veel vaker werd toegepast: de techniekpoule. Een groepje technici die allemaal dezelfde shows kennen. In basis zijn ze altijd bij hun ‘eigen’ voorstelling, maar als één van hen onverhoopt niet kan werken, dan is er in de poule altijd wel iemand beschikbaar die de voorstelling over kan nemen.
De uitdaging is dat producenten steeds vaker weigeren met een poule te werken. Ook aan een poule zijn wat extra kosten verbonden (doordat extra mensen ingewerkt moeten worden), maar die zijn op een geheel budget eigenlijk minimaal. Zeker wanneer je ze afzet tegen het risico van een showcancel. Nee, de uitdaging blijkt te zitten in het feit dat producenten graag steeds hetzelfde gezicht achter de lichttafel of naast het zenderrek willen zien.
Dat heeft niet zozeer te maken met de knappe koppies die ze graag zien, maar met het gebrek aan controle. Net als in veel sectoren hebben managers in de theatersector ook de neiging tot micro-managing; ze willen alles tot in de puntjes in controle houden, omdat ze denken dat kwaliteit op die manier gegarandeerd wordt. Daarbij vergeten ze de basisprincipes van de arbeidspsychologie, waaruit gebleken is dat de beste werkers gelukkig zijn op hun werkplek en dat geluk altijd samenhangt met drie elementen: een gevoel van verbondenheid met de organisatie of het product (aan passie in deze sector geen gebrek, dus dit zit goed), een gevoel van competentie (je werk moet niet te moeilijk, maar ook zeker niet te makkelijk zijn) en een gevoel van autonomie.
Het frappante is dat in de sector voornamelijk ZZP’ers werken, zeker wanneer we het hebben over de uitvoerenden bij theaterproducties. Dit zouden ondernemers moeten zijn die zelf hun werk in kunnen delen en ook zelf beslissen hoe en wanneer het werk uitgevoerd wordt. Althans, zo ziet onze overheid ZZP’ers. Dat dit in onze sector niet van toepassing is, is natuurlijk niet gek. Een schilder kan nog bedenken dat hij liever van 07:00 – 15:00 werkt, dan van 09:00 – 17:00, maar de tijd van een voorstelling staat vast. Maar dat er veel vast ligt, wil nog niet zeggen dat je alle autonomie bij deze ondernemers weg zou moeten halen.
De COVID-19-crisis heeft de vinger op een aantal zere plekken in onze sector gelegd en de kwetsbaarheid van ZZP’ers is er daar zeker één van. De andere kant van de medaille is echter dat producenten minstens net zo kwetsbaar zijn wanneer deze hele grote groep (maar liefst 60% van de sector) dreigt weg te vallen. Het is een symbiose, waar beide partijen zich bewust van dienen te zijn. Producenten moeten hun verantwoordelijkheid en zorg nemen, in goede én slechte tijden, en de ZZP’ers een stevigere positie bieden om op die manier zelf minder kwetsbaar te worden. Niet door te micro-managen, maar juist door in te spelen op verbondenheid, competentie en autonomie van ZZP’ers. Tegelijkertijd moeten ZZP’ers daarentegen zichzelf weerbaarder maken. Dus niet werken voor een ‘hongerloon’ omdat het nu eenmaal je passie is en ook niet jezelf kapot werken omdat je onvervangbaar bent. Want hoe lekker het is om je onvervangbaar te voelen, het is nóg lekkerder om ziek te kunnen worden en daardoor niet meteen in de problemen te raken.
Tijd voor een terugkeer van de techniekpoule. Deel de kennis, deel de tournees en samen kunnen we de sector en al onze eigen posities verstevigen. Win-win-win!