Warning: file_get_contents(/home/vhosts/theaterparadijs.nl/httpdocs/templates/system/css/system.css): Failed to open stream: No such file or directory in /home/vhosts/theaterparadijs.nl/httpdocs/plugins/system/route66pagespeed/lib/css.php on line 53
Column Mandy Heidstra: MORGEN WORDT VANDAAG BEDACHT V

Column Mandy Heidstra: MORGEN WORDT VANDAAG BEDACHT V

Mandy Heidstra (33) werkt als ZZP’er in het theater, aan de organisatiekant. Haar partner Joep werkt ook in het theater, aan de technische kant. Mandy werkte onder meer mee aan Disney’s The Little Mermaid, Cirque Stiletto 2 & 3 en Holiday on Ice’s jubileumvoorstelling SHOWTIME. Volgens Mandy is theater een microkosmos, waar alles uit de gewone wereld op kleine schaal plaatsvindt. Ze schrijft tweewekelijks voor ons over wat zij haar gewone leven in een ongewone sector noemt.

Google, Amazon, Facebook en andere gigantische bedrijven worden deze week in Amerika gehoord om erachter te komen of zij door hun grootte en werkwijze de markt negatief beïnvloeden. In het land van the American dream, waarin iedereen een miljonair kan worden door hard te werken in een kapitalistisch systeem, wordt nu datzelfde kapitalisme onder de loep genomen.

Het basisidee van het kapitalisme was dat in een vrije markt spelers elkaar in evenwicht houden. Iedereen krijgt de kans om een bedrijf te starten, wanneer je succesvol bent wordt je groot. Wanneer je groot bent wordt je log en dat maakt het moeilijk om te innoveren. Kleine spelers kunnen zo weer instappen, succes boeken, groot worden, etc. In de praktijk blijkt dat helemaal niet te werken. Grote bedrijven malen niet om een paar kleine spelers. Mocht het een kleine speler toch lukken om te groeien, dan wordt hij simpelweg opgekocht en wordt de grote speler nog groter. De kleine speler doet hier graag aan mee, want het doel is om steeds groter, steeds succesvoller en steeds rijker te worden.

Monopolies worden gezien als een nadelig effect van het kapitalisme en worden daarom vaak door overheden tegengegaan. Voornamelijk omdat ze kunnen wedijveren met die genoemde overheid in macht en geld. Want het is niet een effect van het kapitalisme, in basis is het de enige mogelijke uitkomst van een puur kapitalistisch systeem.

Veel lastiger van een vrije markt is dat kapitaal het doel is, niet service of een goed product. In sommige sectoren zal nooit winst te halen zijn, denk bijvoorbeeld aan zorg, wanneer je iedereen in het systeem wilt betrekken. Zo zie je in datzelfde Amerika dat zorg voor lang niet iedereen te betalen is. En in Nederland is de zorgpremie echt niet alleen omhoog gegaan doordat we allemaal aan extreem dure welvaartsziekten leiden, maar vooral ook omdat alle organisaties in de schakel nog steeds geld willen verdienen. Op de werkvloer zie je dat dit wringt, want verplegers en dokters zijn hun vak niet gaan beoefenen om mensen geld afhandig te maken, maar om ze beter te maken. Toch zijn de eisen vanuit hogerhand meer gericht op efficiëntie, controle, overzicht en kostenbeheer dan op goede zorg, service en dienstverlening. Laten we eerlijk zijn, als dat wel zo was, dan kreeg je niet meteen een pil voor je hoge bloeddruk, maar werd je een voedingsplan en een sportcursus voorgeschreven. In een kapitalistisch systeem verdien je helaas alleen meer aan patiënten dan aan gezonde mensen. Dat het voor de samenleving als geheel juist duurder is telt niet, want het is een ieder voor zich systeem.

Dat kan tot nog gevaarlijker situaties leiden, wanneer winstbejag ervoor zorgt dat inferieure materialen gebruikt worden (dit zie je in bouwconstructies) of wanneer er onderzoeken naar kwaliteit, volksgezondheid of andere belastende praktijken worden weggemoffeld. In Nederland hadden we daarom een sociaal kapitalistisch systeem, waarbij de overheid ingreep in sectoren waar winstbejag niet gewenst of mogelijk is. Sinds de kabinetten Mark Rutte is dit systeem volledig ontmanteld en zijn allerlei sectoren geprivatiseerd, met alle gevolgen van dien. In de afgelopen periode is in de zorg en het onderwijs meer dan ooit duidelijk geworden dat kapitalisme het groter goed niet dient.

De andere kant is echter ook gevaarlijk. Wanneer de prikkel van de markt volledig weggenomen wordt, is er kans op gemakzucht en zelfs onverantwoordelijkheid. Ambtenaren hebben lange tijd, misschien nog steeds, een slechte naam gehad door deze impuls. Want als er geen prikkel is om te presteren, kan men het wel heel rustig aan gaan doen en zich verliezen in regels, richtlijnen en voorschriften, waardoor de menselijkheid uit het oog verloren wordt.

In onze eigen culturele sector spelen beide systemen een rol en hebben we bovendien een heel erg verwrongen relatie met geld. Het kapitalisme is diep doorgedrongen in onze sector, want ook de culturele organisaties die overheidssteun krijgen moeten voor een groot deel voldoen aan een eigen inkomsteneis en marktconform werken. Daarnaast zijn er de vrije producenten die helemaal zonder directe overheidssteun werken.

Deze vrije producenten maken hun producten voor een grote groep mensen, anders is er geen verdienmodel. Het gekke is dat de gedachte leeft dat wanneer kunst gewaardeerd wordt door een grote groep mensen, het geen kunst meer is, maar entertainment. Wanneer kunst zonder winstbejag gemaakt wordt en alleen gebaseerd is op de artistieke kwaliteit, dan is het l’art pour l’art en dus Echte Kunst. Tot dat het dan alsnog een grote groep mensen bereikt. Standaard voorbeeld in deze is Damien Hirst, bekend van de diamanten schedel. Zijn werk werd gezien als revolutionair, maar hij maakt de overstap naar werken met een atelier. Hierdoor kon hij sneller en meer produceren met een groep werknemers. Zijn kunst werd beschikbaar voor een grote groep, hij ging (veel) geld verdienen en de hele wereld kende hem en zijn werk. Hij verloor daarmee zijn legitimiteit als Echte Kunstenaar.

Grappig is dat de grote meesters, zoals Rembrandt en Rubens, vroeger ook zo werkten en juist daardoor zo geroemd werden om hun kwaliteit, de mogelijkheid hun opdrachten tijdig af te ronden en hun consistentie. Bovendien hebben hun leerlingen op hun beurt ook weer gezorgd voor een waardevolle bijdrage aan de kunsten.

Bij bijvoorbeeld opera zien we ook zo’n kromme redenering. Op een gemiddeld operakaartje zit 300% staatssteun. Het is een hele dure kunstvorm en in Nederland is het gebruikelijk kaartprijzen laag te houden. Vrije producenten doen dit om zo meer kaarten te verkopen en te profiteren van het kwantiteitsbeginsel. Producenten met staatssteun doen dit omdat het één van de eisen aan die steun is: toegankelijkheid voor iedereen. Toch is opera niet toegankelijk voor iedereen, want het is een kunstvorm waar je wel even aan moet wennen. Zonder educatie (in officiële vorm of door familie of vrienden) is de kans klein dat je in de Stopera terecht komt. Juist door die exclusiviteit is opera Kunst.

Grappig hieraan is dat opera voorheen volksvermaak eerste klas was. Entertainment dus, waarbij het gepeupel op de balkons elkaar ontmoette en gezellig met elkaar ging kletsen tijdens de voorstelling. Nog grappiger misschien wel is dat opera zoals wij het kennen ontstaan is door de onterechte gedachte dat de oude Griekse spelen gezongen werden. Foutje, bedankt voor de nieuwe kunstvorm!

Het vervelende is dat de gedachten over winst en staatssteun, entertainment en kunst zo diep geworteld zitten in het denken van publiek en makers, dat het onze realiteit beïnvloed. Makers van Kunst schuwen vaak vernieuwing of populaire elementen, wánt dat is geen kunst. Nieuwe ideeën die een groot publiek bereiken zijn automatisch entertainment.

Het kapitalistisch systeem is op de lange termijn absoluut onhoudbaar voor de samenleving, maar voorlopig, zeker met de huidige regering, zal het wel het systeem zijn waarin we werken. Toch wordt het tijd dat wij binnen onze sector eens goed gaan kijken naar onze relatie tot geld. Kwantiteit en kwaliteit zijn niet elkaars tegenpolen. Een marktprikkel kan geen kwaad, ook niet wanneer je wel staatssteun ontvangt en minder afhankelijk bent van de markt. Volledig winstbejag kan wél kwaad, doordat het ten koste zal gaan van kwaliteit, service en dienstverlening.

We staan aan de vooravond van een economische recessie en zullen onze praktijk opnieuw uit moeten vinden. Tijd om te wijken van het geldende systeem en onze gedachten over geld onze keuzes niet te laten beïnvloeden. Er zijn genoeg andere motivaties om Kunst te maken.