"Het geluk van Limburg", een emotioneel verhaal over een bijzondere Limburgse geschiedenis
Door Andy Doornhein - foto's Annemieke van der Togt - Roy Beusker Recensie - Het geluk van Limburg
Als ik in mijn omgeving de vraag stel: “Wat weet je eigenlijk van de mijnbouw in Limburg?”, komen de meesten niet verder dan ‘kolen’ en ‘ze zijn gesloten’. Zeker buiten de provincie is dit deel van onze industriële geschiedenis grotendeels onbekend. Toch zijn de sporen van deze zware industrie nog altijd zichtbaar – in het landschap, maar vooral in de harten van de Limburgers.
Om deze geschiedenis levend te houden, hebben producenten Frans Hendrickx, Servé Hermans en Huub Stapel de voorstelling Het geluk van Limburg gemaakt. Het idee kwam van Stapel zelf. Vier jaar geleden speelde hij in Hanna van Hendrik, een voorstelling over het boerenleven in de jaren zeventig. Centraal stond daarin een boerenfamilie die vermalen werd door het systeem. Geïnspireerd door dat verhaal zocht Stapel contact met Servé Hermans, met het plan om een soortgelijke voorstelling te maken over de Limburgse mijnwerkers – als eerbetoon aan wat zij voor de streek hebben betekend.
Het geluk van Limburg is gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Marcia Luyten.
Het verhaal
De voorstelling draait om mijnwerker Huub Vincken (Huub Stapel). We bevinden ons in 1970. Zijn kleinzoon Sjefke vraagt hem mee naar de sluiting van de mijn Willem-Sophia. Huub weigert: het verleden is te pijnlijk. Maar dan nemen de herinneringen het over. Plots is Huub terug in 1915, het begin van zijn verhaal. Gelokt door de belofte van een beter bestaan verkoopt hij zijn grond aan de mijn en de kerk, en begint hij als kompel – diep onder de grond.
Voor deze grootschalige productie is gekozen voor een passende locatie: de Rodahal in Kerkrade. Niet alleen speelt het verhaal zich hier af, de hal zelf heeft ook een rijke culturele betekenis voor de regio. (Journaliste Anouk Lambregts schreef voor L1 een mooi artikel over de geschiedenis van deze plek.)
Bij binnenkomst in de enorme hal word ik meteen gegrepen door het indrukwekkende decor. Hoewel het toneellicht nog uit is, maken de contouren van het creatieve toneellandschap (ontworpen door Joris van Veldhoven) me direct nieuwsgierig. Met plek voor ruim 1250 bezoekers per voorstelling, is het goed nieuws dat er al meer dan 50.000 kaarten zijn verkocht en dat er extra speeldata zijn toegevoegd.
Als klokslag drie uur het zaallicht dooft, de eerste tonen klinken en het toneel verlicht wordt, gaat er een golf van verwondering door het publiek. Het decor blijkt nóg imposanter dan verwacht: adembenemend in vorm en detail. Recensie - Het geluk van Limburg
Een verhaal dat grijpt
De openingsscène waarin Sjefke (Christopher Hatton) zijn opa probeert mee te nemen naar de mijnsluiting speelt zich af in Huubs arbeiderswoning. Vanuit dit intieme begin ontvouwt zich een meeslepend verhaal dat het publiek meeneemt door ruim zestig jaar Limburgse geschiedenis. De overgangen tussen de tijdvakken zijn prachtig vloeiend en versterken de beleving.
Het script van Frans Pollux is in perfecte balans – tussen emotie, humor en de rauwe werkelijkheid van het mijnwerkersbestaan. De complexe relatie tussen Huub en zijn vrouw Barbera (Magtel de Laat) snijdt diep. De liefde van een kompel voor zijn werk, de kameraadschap tussen de mannen – het wordt allemaal tastbaar, zeker op het moment dat Barbera uit Huubs leven verdwijnt. Een scène die hard aankomt. Recensie - Het geluk van Limburg
Indrukwekkende rollen
Buddy Vedder verraste mij volledig. Waar hij in Het was zondag in het Zuiden nog de komische heilige Anthonius speelde, zet hij hier met zijn rol als Albert van Zuylen een meedogenloos gezicht van de onderdrukking neer. In de mijnen draait alles om productie. Een mensenleven meer of minder telt nauwelijks mee. Vedder speelt deze rol met zó veel overtuiging, dat ik oprecht een hekel kreeg aan zijn personage.
Zijn volgzame en zeer roomse vrouw Thea (Nandi van Beurden) wekt afwisselend walging en medelijden. Van Beurden speelt dit met een prachtige gelaagdheid. De invloed van de Rooms-Katholieke Kerk op het leven in Limburg is in deze voorstelling pijnlijk zichtbaar. De kerk, vertegenwoordigd door meneer pastoor (Xander van Vledder), is een centrale spil. De verhouding tussen de socialistische vakbonden en de kerk is ijzig – en dat voel je.
Hart en ziel
Eén rol en één acteur hebben mijn hart gestolen: Emil Szarkowicz als de innemende, vrolijke Poolse kompel Emil. Zijn personage symboliseert de diepe kameraadschap tussen de mijnwerkers – een vriendschap die pas eindigt bij de dood. Szarkowicz’ samenspel met Stapel is naadloos. De emoties versterken elkaar, de chemie spat ervan af. Dat Szarkowicz zijn spel combineert met live muziek voegt een extra emotionele laag toe. Emil raakt je ziel en laat je niet meer los.
Muziek, figuratie en emotie
Zoals we van de spektakelvoorstellingen van Servé Hermans gewend zijn, wordt ook deze gedragen door een grote groep figuranten. Maar liefst 39 namen telt de speellijst. Samen met het ensemble maken zij de voorstelling compleet. De muzikale ondersteuning raakt me meerdere keren – ik zit geregeld met een brok in mijn keel te kijken.
De liedjes zijn stuk voor stuk pareltjes. Er zitten prachtige, soms vrolijke nummers in het Limburgs dialect tussen (voorzien van boventiteling), het tweemaal vertolkte “Van de lucht kan een mens niet leven” is zo'n mooi klein ontroerend liedje dat je keer op keer terug wilt luisteren. De keuze om regelmatig dialect te gebruiken geeft de voorstelling een authentieke laag. Begrijp je niet alles? Dat geeft niets – het voegt juist sfeer toe.
Met dit verhaal, het indrukwekkende decor, het lichtontwerp (Uri Rapaport), de kostuums (Joris van Veldhoven) en de historische videobeelden blijft deze ruim twee uur durende voorstelling nog lang in mijn hoofd en hart hangen.
Het geluk van Limburg is een krachtig theatraal document over een harde periode in onze geschiedenis. Een verhaal dat verteld móet worden.
Klik hiier voor tickets
Gezien op 27 junli 2025 Rodahal Kerkrade