De derde generatie Indo's is het stilzwijgen moe en dat werd tijd. Nynke Heeg en Klemens Patijn vertellen hun geschiedenis en verbondenheid in de integere voorstelling 'Senang'. Een innerlijk verlangen, nog meer een drang opzoek naar waarheid en identiteit.
Zittend op een muurtje achter op het toneel eten Heeg en Patijn de laatste kroepoekjes uit een snackzak. Voor hun een afgebakende toneelvloer gevuld met een bodem van rijst. Eromheen een piano en drums mooi symmetrisch opgesteld. Hoe voelde het voor hun grootouders om in het koude kikkerlandje vanuit het Nederlands-Indië hier te aarden? Een generatie die zich zogenaamd snel heeft aangepast, nooit geklaagd heeft. En wat te denken van de gruwelijke oorlog en onderdrukking van de Nederlanders daar in combinatie met de bezetting van de Jappen.
De verhalen komen mondjesmaat naar boven en worden zelden doorverteld. Soms is het beter te zwijgen. Trots en doorzettingsvermogen dat zijn enkele eigenschappen van het volk dat zich Indo's, Indonesisch of Indisch noemt. Ikzelf behoor ook tot de derde generatie en ben dus ook een volbloed Indo, of 1/4 Javaans, of 1/8 Indonesisch. Ach, zo praat je er in kringen over. In ieder geval is er ook een Indoradar. Ik zit op de eerste rij en voel gelijk de connectie met die twee. Zoveel herkenbaarheid, zoveel pijn, zoveel trots, zoveel humor en zoveel eerbied naar wat is en wat is geweest.
De eigenheid in het vertellen van beiden, toch zo verschillend en toch zo verbonden is ontroerend en raakt me. Het samen zingen en spelen van het liedje Ramona of iets van Schubert op de piano is niet alleen mooi maar doet ook intiem en huiselijk aan. Het vertellen van grappige verhalen, meestal ook een beetje aangedikt of zelfs hier en daar erbij verzonnen, is ook typisch iets Indisch. Humor als overlevingstactiek, het past ons als een handschoen.
Maar de gruwelijke verhalen van onze ouders of grootouders. Van hoe ze behandeld zijn door de Nederlandse staat. Over oorlogsverhalen vanuit de Jappenkampen. Ach die worden hier zo mooi en klein verteld. Dan helpen de drums hierbij die ze bespelen om de kracht te horen die alom aanwezig is. Net als de stille kracht die ik herken als Klemens aan Nienke vraagt waarom ze hem niet aankijkt. Teveel energie, zegt ze. Vaak zien Indo's meer dan hetgeen er werkelijk zichtbaar is. Een hoogtepunt voor mij is wanneer Nienke op de drums speelt terwijl Klemens in dat rijst vlak danst en de rijst overal naar toe vliegt. Het voelt als een bevrijding.
Het is goed dat de verhalen vertelt worden in het theater. Om elkaar en jezelf te begrijpen en te accepteren is het belangrijk om niet te vergeten. Te weten wat je achtergrond is. Om je ouders te begrijpen zodat het houden van alleen maar meer wordt. Uiteindelijk versmelten we allemaal als Nederlanders en hebben we de genen en het bloed van over de hele wereld in ons aardse lijf. Wilders en Baudet kunnen wel preken dat alle buitenlanders terug moeten maar zelf zijn het ook Indo's. Geboren uit ouders komend van ver.
Prachtig hoe klein en hoe intiem de voorstelling in elkaar zit. Senang, wat betekent je op je gemak voelen, had niet beter gekozen kunnen worden. Complimenten aan regie van Jos Kan en het mooie toneelbeeld/decor van Lidwien van Kempen.
De voorstelling staat in mijn geheugen gegrift. Misschien omdat ik zoveel heb herkend maar ook omdat de twee acteurs de toeschouwers meenemen in hun eigen gevoelsleven. En daar zit het geheim van hun kracht. Ze spelen zichzelf.
Deze lunchvoorstelling speelt nog in het Bellevue Theater tot en met zondag 3 februari. Ik hoop dat de voorstelling een vervolg langs de Nederlandse theaters krijgt .
Gezien zondag 13 januari Bellevue Theater Amsterdam