De eerste musicaltelg van productiehuis Iskariot kent een ijzersterke start, maar in de tweede akte verliest ‘Babes’ vaart en richting om nu al van dé comeback van het jaar te spreken.
Door Robin Peeters / Scènefoto’s: Luk Monsaert
Maandagavond ging in de Rode Zaal van het Fakkeltheater in Antwerpen de nieuwe musicalcomedy ‘Babes’ in première, de allereerste productie van het gloednieuwe musicalhuis Iskariot dat onlangs ontsproten is als opvolger van Judas Theaterproducties. Een comeback waar menig Vlaamse musicalliefhebber alleszins ongeduldig op wachtte. Of het publiek even hard zal smullen van hun eersteling, is nog af te wachten. De musical over de meidengroep die na 25 jaar hun langverwachte comeback maakt, weet vooral in de eerste akte stevig te overtuigen. Gaandeweg begint ‘Babes’ zich echter te verliezen in een drang naar (te veel) diepgang waardoor het geheel alle richtingen uit gaat en vooral de fun begint te verliezen die van dat eerste deel spetterend musicalvakwerk maakt.
We leven in een tijd waarin hunkering naar nostalgie “big business” is. Denk maar aan alle populaire fenomenen uit de nineties en nillies die momenteel grote zalen weten te vullen: de comeback van Spring, de “90’s & nillies”-feestjes in het Sportpaleis, de singalongs van Studio 100 die dezelfde concerttempel meer dan eens uitverkopen, …
‘Babes’ gebruikt dit als premisse. De meidengroep was – volgens het verhaal – immers ook een fenomeen in de jaren ’90. Werkelijk iedereen kon hun songs meezingen. In een tijd waarin vaker op het verleden wordt teruggegrepen om succes te bereiken, besluiten Nathalie, Sanne en Pamela om onder leiding van hun vroegere manager Guido ongeveer 25 jaar later toch weer bij elkaar te komen. Eenieder van hen heeft daar zo haar eigen redenen voor. Maar kan dat nog wel?
In de openingsscène van ‘Babes’ kan het publiek alleszins smullen van wat gerust de stempel van “perfect musicalvakwerk” mag dragen. In de meer dan tien minuten durende openingssequentie slaagt regisseur-choreograaf Martin Michel, in samenwerking met scriptschrijver Allard Blom en componist Sam Verhoeven, erin om met volle vaart veel informatie mee te geven, de karakters goed en snel neer te zetten en dat met de superaanstekelijke song ‘Hoe gaat het met je?’ als rode draad. Ook worden er voldoende hints naar de mogelijke plot gedropt – “we zijn door het oog van de naald gekropen” en “gestopt na dat bizar laatste nummer” – om de aandacht van het publiek meteen te trekken. Het was musical volgens het boekje en legde de lat voor de rest van de avond bijzonder hoog.
Bij de introductie van de karakters worden herkenbare clichés gebruikt: Nathalie (Maike Boerdam) is getrouwd met hun vroegere manager, Sanne (Ann Van den Broeck) werkt als kassierster, en Pamela (Bieke Ilegems) runt een spirituele camping met de hilarische naam “De Vrije Wij” (“Met lange ij!”). Gaandeweg de voorstelling krijgen de drie ook nog de kans om uit te leggen hoe ze in de meidengroep zijn terechtgekomen. Het wordt allemaal klassiek op het podium gezet, maar het werkt wél.
Na de straffe en razendsnelle opening moet de show gas terugnemen en krijgt het publiek te zien dat er bij het trio wat gebroken is na het abrupte einde van de meidengroep zo’n 25 jaar geleden. Sindsdien hebben ze alle drie wat verloren in het leven – "durf" (Sanne), "jeugd" (Pamela) en "gewicht" (Nathalie) – en hebben de vrouwen ondertussen hun redenen om wel of niet deel te nemen aan de comeback van ‘Babes’. Ook nu wordt deze scène aan elkaar gelijmd met een knappe song van Verhoeven (‘Zonder jou’). Ietwat kort door de bocht verdwijnen de twijfels over zichzelf en elkaar wanneer ze nostalgisch bladeren door het plakboek dat Sanne gekregen heeft van “Bram de stalker”, die later ook met haar trouwde. Waarop er een volgend stukje tragiek in het verhaal sluipt wanneer Bram overleden blijkt te zijn en Sanne steeds met zijn urne op stap gaat.
In de tweede akte van ‘Babes’ wordt dat te veel aan sérieux en (onnodige) diepgang één van de pijnpunten van de show. Het is alleszins terecht dat de musical kritiek levert op de rol die ouder wordende vrouwen in onze maatschappij en media krijgen. Waar mannen vaker als “stoer” worden neergezet als ze ouder worden, worden oudere vrouwen door de media vaak sneller afgeschreven of krijgen ze het label “zielig” opgeplakt. Ook de kleinerende terminologie die vaak gebruikt wordt, krijgt een terechte sneer in het script van Blom: het zullen altijd “de mannen” van Soulsister zijn en “de meisjes” van ‘Babes’. Thema’s die het publiek mogelijk zal herkennen uit de Vapeurs-toneelstukken van Blom waar deze voorstelling regelmatig aan doet denken.
Minder geslaagd is de abruptheid waarmee het – voorspelbare – conflict uit de doeken wordt gedaan waardoor de girlband het plots voor bekeken hield. Ook de nogal snelle manier waarop dit wordt afgehandeld staat haaks op de knappe opbouw van de eerste akte. Wanneer er dan ook nog een abortus ter sprake komt in combinatie met de onvruchtbaarheid van een ander lid van de groep, wordt alles iets té hard aangedikt.
Die tweede akte staat bovendien vooral in het teken van de tol van de roem in 2024 in vergelijking met bekend zijn in 1999 en dat vooral via Stan’s Showbizzroddels, een riooljournalist die het duidelijk gemunt heeft op de comeback van ‘Babes’ en zijn volgers actief oproept om de sappigste roddels over het trio met hem te delen. Het is alleszins een sneer naar de “juicekanalen” die – vooral in Nederland – hun opmars hebben gemaakt in de onlinemedia. Stan moet echter geregeld opdraven in het tweede deel, waardoor dit verhaalelement al snel repetitief en inspiratieloos gaat aanvoelen.
De start van de tweede akte wordt gelukkig gekenmerkt door dezelfde hilarische toon die volop aanwezig was in het eerste deel van ‘Babes’. Peter Thyssen speelt voornamelijk de rol van Guido, maar mag zich helemaal laten gaan in de kleine, karikaturale en veelal hysterisch grappige bijrollen die hij ook voor zijn rekening neemt: de zangcoach, de styliste, Vlinder van de Kids Top 20, André van senioren-TV en een hilarische Bart Peeters-imitatie passeren de revue. Tijdens de première is het echter zijn interpretatie van de choreograaf van de meidengroep die het publiek nog het hardst aan het lachen krijgt, gezien de dikke knipoog naar Martin Michel die in de rol steekt. “Waar hebben ze die vandaan gehaald? Uit Australië ofzo?”
Naast het probleem van riooljournalistiek, toont de tweede akte goed een ander fenomeen waar Vlaamse en Nederlandse showbizzhypes mee te maken krijgen: de uitmelkerij om zo snel en zo veel mogelijk te cashen op een mogelijk kort durend succes. Hierbij staat uiteraard vooral het commerciële belang van de investeerders centraal en niet het welbevinden van de artiest die sneller opgebrand geraakt of de interesse van het publiek sneller dan voorzien ziet slinken. Zo ook de ‘Babes’ die van televisiestudio naar televisiestudio en van optreden naar optreden gesleurd worden.
De komische talenten van Ann Van den Broeck en Maike Boerdam komen alleszins schitterend uit de verf in de regie van Michel en het script van Blom dat vaak spitsvondig grappig is en amper voor de gemakkelijke lach gaat. Van den Broeck zet, gezien de bijzonder korte voorbereidingstijd waarop ze haar rol moest instuderen, een uitzonderlijk knappe prestatie neer. Het duo weet haast elke oneliner vakkundig te plaatsen en ook vocaal blinken ze – wederom – uit. In haar musicaldebuut houdt Bieke Ilegems zich op haar beurt meer dan staande. Vocaal moet ze onderdoen voor haar collega’s, maar ook dit wordt mooi verwerkt in het script: “Ik kon wel dansen, maar niet zingen” en “Ik was altijd al het gezicht van de groep.”
Wat ‘Babes’ vooral in die formidabele eerste akte zo onweerstaanbaar maakte, was het spelplezier dat van het podium spatte. Je voelde bovendien heel goed hoeveel plezier de makers van de musical zélf hadden in het creëren van deze eerste telg van Iskariot. Met de formidabele openings- en pauzescène - inclusief twee schitterende songs (‘Hoe gaat het met je?’ en het nog aanstekelijkere ‘Keer op Keer’) - als perfecte voorbeelden. ‘Babes’ voelde opmerkelijk fris aan, als een atypische Vlaamse musicalcreatie die eens “gewoon fun” mag zijn, zij het wel met een scherper randje. Het is dan ook jammer dat dit niet helemaal werd doorgetrokken in de tweede akte die – helaas – richting verliest door een te veel aan sérieux, herhaling en enkele gekunstelde, minder interessante, verhaallijnen.
Info en tickets: www.iskariot.be
Gezien op maandag 14 oktober 2024 in de Rode Zaal van het Fakkeltheater in Antwerpen.
Lees ook ons artikel over de lancering van de single 'Keer op Keer' uit 'Babes': klik hier!